In deze serie gaat Binocle op zoek naar de kern van een illustrator en zijn werk aan de hand van tien vragen.
If you want to read the interview in English: Click Here.
Het werk van Mohammad Barrangi zag ik voor het eerst op de Bologna Children's Book Fair. Het werd geselecteerd uit meer dan 15.000 illustraties van meer dan 3000 illustratoren uit 70 landen. Jonge, nieuwe of gevestigde en reeds erkende en gepubliceerde Illustratoren, iedereen van over heel de wereld kan werk inzenden en een jury van experten ( dit jaar twee illustratoren, twee uitgevers en een schrijver) houden werk van een 80-tal illustratoren over die echt tot hun hart en verbeelding spraken. Barrangi was daar dit jaar één van. En ook toen ik zijn werk zag, was ik meteen gecharmeerd door de mix van visuele referenties, de printtechniek en het sobere, wat melancholisch aandoende kleurenpallet dat hij gebruikt.
De eerste illustratie die ik in Bologna zag, was die van een jong meisje met een lichaambedekkende jurk die recht in mijn ogen keek. Ze deed me aan Frida Kahlo denken, een vrouw die ik sinds mijn Mexicaanse avonturen meer dan 20 jaar geleden erg bewonder. Door het interview met Barrangi kwam ik erachter dat hijzelf, net als Frida Khalo, een fysieke handicap hebben die hen er niet van weerhoudt om kunst te maken. De prints van Barrangi hebben een verweerde look, alsof ze komen uit een tijd en plek waar de beschaving nog maar net geboren was. Tegelijkertijd doet zijn werk denken aan het tapijt van Bayeux, waar net als bij Barrangi, de hoofdfiguren in een gekaderde setting worden voorgesteld en bijfiguren onder het frame of rondom de hoofdfiguren zwerven.
1. Wat was je inspiratie voor de illustraties die je in Bologna toonde?
De illustraties zijn een deel van mijn leven. Ik illustreer mijn leven met kleuren en met de Oosterse sfeer. Ik gebruik Perzische typografie en transfereer die op handgemaakt papier. Ik verbeeld mijn gevoel. Onlangs ontmoette ik een Argentijnse dichter, Mariel Zucchi, die gedichten maakt gebaseerd op mijn illustraties. Bologna was voor mensen als ik, die nog nooit hebben gepubliceerd, een geweldige opportuniteit om mijn werk aan een groot publiek te tonen. Ik kreeg heel goede feedback.
2. Wat doe je nog, naast kunst kijken en maken, dat jou inspireert?
Mijn leven verschilt wat van dat van de meeste mensen door mijn handicap. Maar het beperkt me helemaal niet. Ik ben een atleet. Een loper. Ik heb vier medailles wereldkampioen gewonnen. Door mijn fysieke beperking heb ik geleerd om te vechten en om altijd opnieuw te proberen in mijn leven. Kunst en sport leven bij mij gewoon naast elkaar. Wanneer ik niet train, werk ik aan mijn kunst. Ik weet niet hoe en wanneer, maar beide dingen zijn bij mij verbonden en hebben me gemaakt tot wie ik ben.
3. Is er een artiest die jou inspireert of die jou geholpen heeft om je eigen visuele taal te vinden?
Ja, maar niet één persoon in het bijzonder. Ik ben geboren in een noordelijke stad in Iran. De stad staat vol met oude muurschilderingen en die inspireren me nog elke dag. Ik heb eigenlijk geen 'held' waar ik naar op kijk, niet in de kunst en ook niet in de sport. Ik inspireer mezelf. Volgens mij brengt emotie de mooiste visuele taal voort.
4. Waar werk je? Heb je een eigen atelier?
Ik ben een immigrant. Ik woon nu sinds een jaar in Wakefield, in het noorden van Engeland. Ik heb een eigen ruimte in een Kunstenstudio. Ik werk er elke dag aan vrij werk, want ik heb nog nooit in opdracht gewerkt.
5. Welk proces volg je van een idee naar een illustratie?
Er zit een object in mijn hoofd en daarvan maak ik een eerste schets op papier. Daarna maak ik Perzische traditionele Kalligrafie met pen en inkt. Het mag gelijk welke letter zijn, en die kopieer ik op de fotokopieermachine. Daarop voeg ik kleur toe en maak ik een collage. Uiteindelijk maak ik een nieuwe kopie en druk ik die op handgemaakt papier.
6. Zijn er thema's waar je graag rond werkt? Is er met andere woorden iets in je werk dat jou typeert? Is er een kenmerkende, weerkerende stijl?
Ik hou van herhaling en spiegeling in mijn werk. Het komt denk ik door mijn achtergrond en mijn liefde voor Perzische tapijten waarin ook steeds die spiegeling is terug te vinden. Ik hou ervan om felle kleuren te gebruiken zoals in Indische en Perzische patronen.
7. Heb je een bepaald doel voor ogen wanneer je een illustratie maakt?
Natuurlijk. Ik verwerk mijn kopzorgen, mijn beslommeringen, of dat waar ik mee zit, tot beelden. De meeste van mijn figuren hebben geen handen omdat ik er ook een mis. Oorlog is een ander issue, het is als een slogan, iets dat heel meticuleus gepland is alvorens het gebeurt, het is gewoon een spel tussen politici. Ik maak illustraties waarin ik oorlog combineer met hoe ik me voel. En dan nog 'de vrouw'. De vrouw is het symbool van de moeder en van kalmte en dat probeer ik te tonen in mijn werk. De combinatie van gefantaseerde creaturen met een vrouwenhoofd. Ik weet niet waarom ik het doe; Maar de moeder en de vrouw zijn voor mij echt heilig.
8. Heb je een lezer in gedachten terwijl je werkt? Hoe ziet jouw lezer eruit?
Mijn lezer is een deel van mezelf. Hij is gehandicapt en een persoon die veel moeilijkheden heeft getrotseerd in zijn leven. Hij wil in zijn eigen werkelijkheid staan. Deze lezer negeert mijn gevoelens niet maar onderkent ze en hij houdt van mijn werk, omdat hij weet dat ik alles voor hem heb gemaakt. Deze lezer is een deel van mij. Ik ben die lezer.
9. Wat vind jij essentieel in een illustratie?
Ik wil altijd een teken van mezelf in een illustratie. Dat kan mijn cultuur zijn of een aspect in een van de personages dat van mij komt, en dat altijd gecombineerd met lijnen. Ik hou er rekening mee dat 'kijkers' niet steeds de mogelijkheid hebben om naar andere landen te reizen maar ik maak dat voor hen mogelijk: ze kunnen Iran zien via mijn werk.
10. Zijn er kunstenaars of illustratoren waarvan je houdt en die we zouden moeten kennen?
Ik wil je graad de namen van drie kunstenaars geen die heel dierbaar zijn voor mij. Ze maken goed werk, maar ik hou van hen omdat het goede mensen zijn. Dat is wat echt waardevol is. Dat ze goede mensen zijn, zal natuurlijk ook een positieve invloed hebben op hun werk. Van hen leerde ik om goed te zijn: Viive Noor, Anastasia Arkhipova, Roger Mello.