Op 13 mei in Leuven gezien op het nieuwe Circus Festival: Forever, Happily... van Collectif Malunés, vrienden van onder de taalgrens. Er stond geschreven dat het kon vanaf 4 jaar dus waren de kinderen ook mee. En het was een voltreffer, niet alleen voor hen. Een gelaagd spektakel dat voor elk publiek fascineert. De kinderen herkenden sneeuwwitje, de wolf, roodkapje en de ouders de langzame maar erg zekere emancipatie van de vrouw, die wat doorslaat tot ...man aan leiband. Intiem, openhartig, kwetsbaar, ontroerend, spectaculair en daarbovenop nog heerlijke live muziek. Hier had ik graag een lovende recensie over gelezen in de kranten! Vaut le détour!
Je kan het Collectifs in België nog aan het werk zien tussen 14 en 18 juli in Gent, nadien moet je wachten tot volgend jaar: dan zijn ze tussen 4 en 6 mei te gast in Overpelt.
Flying Horseman, voor het eerst gezien pasgeleden in De Singel. Die stond op stelten. Wat een trip!
Ik was moe en blaakte niet van enthousiasme om me op een vrijdagavond naar deSingel te slepen, maar eens op de fiets voelde ik me bevrijd van het moederjuk en het leek of de kunstentempel heel de stad naar zich toe zoog: hoe dichter ik bij deSingel kwam hoe meer drommen samenkwamen. Het gevoel dat je op het punt staat een belangrijk, beloftevol must-see achtig ding te gaan ontdekken.
Ik zat op rij 4, pal in het midden. Een opstelling alsof ik achteroverleunde in een warm bad, omarmt door de zijkanten van de tobbe die werd gemaakt door de U-vormige opstelling op het podium. De zanger, Bert Dockx, stond niet in het midden van de set en dat was verfrissend.
Veel veel gevoel, Dockx heeft een stem die alle genres en richtingen uitkan, soms voelde het aan als de aanvang van een diep soulnummer, dikwijls had ik het gevoel Jim Morisson aan het werk te horen en af en toe kwam Joy Division voorbij.
In elk geval had ik niet het gevoel in het publiek te zitten, maar gewoon middenin wat er aan het gebeuren was, dat ik was wat er gebeurde, dat ik het was.
Petamerone van FrouFrou en Laika, gezien op 3 juni in Overpelt.
Pentamerone start in sneltreinvaart. Laika en FrouFrou nemen je mee in het leven van vijf koningen – vijf vertellingen – die in de loop van de avond samen komen. Het is een voorstelling die moeilijk in woorden is te vatten behalve dat ze adembenemend is, geestig, wonderlijk, heerlijk lekker. Wat de acteurs doen is te vergelijken met topsport van de allerhoogste moeilijkheidsgraad, zowel fysiek als met woorden. Het publiek zit erbij en kijkt ernaar, wordt meegezogen in een wereld waar een levensgrote vlo met een jonkvrouw trouwt, een oude lelijke dame zich ontpopt tot een beminnelijke freule die trouwt met een verachtelijke trol, en Mirte de takkendochter is van een oud, gelukkig koningspaar.
Het is bewonderenswaardig hoe de twee live muzikanten er in slagen twee uur lang recht te staan. Het is een Gesamtkunstwerk waarin acteurs, poppen, decor, geur, smaak en muziek samenkomen en de kijker meeneemt op een onvergetelijke, zinnenprikkelende roadtrip.
Laika bestaat dit jaar 15 jaar. Ze gaven daarvoor een mooi samengesteld boek uit dat een jaloersmakend overzicht geeft van alles wat ze daarin deden. Voor wie nog niets van Laika zag: niet aarzelen, onmiddellijk boeken.
Op 25 mei in de Stadsschouwburg - Sidi Larbi Cherkaoui -Icon
Een (relatief gezien) duur kaartje (30€) geboekt in augustus voor een voorstelling in mei, is – zo blijkt - geen garantie voor een goede zitplaats. Terwijl een goede zitplaats jammer genoeg een van de voorwaarden is om ten volle te genieten van een voorstelling. Ik had dus een slechte zitplaats: achteraan in de muil van een walvis terwijl de voorstelling zich afspeelde in open zee. In die muil was het broeiering warm, en van heel ver zag ik, mikkend en zoekend tussen de hoofden die als de tanden van de walvis het zicht belemmerden, het werk van Sidi Larbi Cherkaoui in de Stadsschouwburg.
Het begint indrukwekkend en harmonieus. Achttien dansers in zachtblauwe en witte, prachtige, wat aristocratische kleren ontworpen door Jan-Jan van Essche. Een wit decor met op de grond een indrukwekkend tapijt van klei dat de dansers verderop in de voorstelling bewerken.
De achttien dansen op Oosterse muziek, op hoopjes samen, als mieren, de handen continu malend en mixend in de lucht en voor zich uit. Het is – ook voor hen - zwoegen. Er volgen enkele solo’s op het voorplan die duidelijk maken dat deze mensen een stukje kunnen dansen – wat voor de rest wat verloren gaat in het chaotische door elkaar dansen waar het gros van de voorstelling op drijft. Wat mij betreft doet het te weinig recht aan de uitstekende dansers en hun kunnen.
Sidi Larbi Cherkaoui is erom gekend geëngageerd werk te maken – deze keer wilde hij iets zeggen over 'iconen' in onze samenleving maar zonder de uitleg die de Singel naar uitstekende gewoonte meegeeft aan haar publiek, zou ik dat toch moeilijk uit de voorstelling hebben gehaald. Geëngageerd blijkt het wel uit de teksten die hij de dansers doet uitspreken over 'hoe we vandaag de dag onze aandacht verdelen tussen duizend dingen tegelijk' en zo met niets echt goed bezig zijn. Hij doet een oproep om wat meer in het 'nu' te leven. Eerlijk gezegd is die boodschap nu toch ook al tot een gemeenplaats geworden die je in elk week- en maandblad à la flow goed beschreven vindt.
Larbi neemt ons mee op een reis die van harmonieus en gestructureerd overgaat naar chaos en waarbij dans wordt ingeruild voor performance. Er zitten genoeg fijne verassingen in: de lijn van orde naar chaos, de muzikanten die je eerst niet ziet, daarna door een doorzichtig gordijn en nog later op het voorplan tussen de dansers, het kneden van de klei tot een negentiende danser, die uiteindelijk doet denken aan het beeld van Rodin. Van het publiek in de stadsschouwburg kregen de dansers een staande ovatie. Dat was voor mij een brug te ver – het was onderhoudend maar ik heb me er meermaals op betrapt de dag van morgen al te liggen plannen en te berekenen hoeveel ik de babysit zou moeten betalen.