Grensgeval

asielzoeker tje

Grensgeval van Guy Cassiers - Gezien in de Bourla op 9 mei 2017

Met een korte maar sprekende inleiding van Herman van Goethem, historicus en rector van de UA (en ook ‘licht in de duisternis’ van Jeroen Olyslaegers voor zijn boek ‘Wil’). Van Goethem schetst het waargebeurde verhaal van twee in België gestrande families en hoe (moeilijk) het hen vergaat. Hij doet een warme oproep aan 1 op elke 250 Vlamingen om zich als buddy op te geven voor asielzoekers. Dan zou er een overaanbod aan buddy’s zijn en Vlaanderen er al helemaal anders uitzien.

 

Dan begint Grensgeval. Na zo’n voorstelling weet ik nooit meteen wat ik ervan moet vinden. Meteen al tijdens en na de voorstelling valt de ijzersterke tekst op. Die is van Elfriede Jelinek, Nobelprijswinnares voor literatuur (2004). Haar teksten zijn hier http://www.elfriedejelinek.com te vinden.

Twee vrouwen en twee mannen zitten aan een tafel, en - handelsmerk van Guy Cassiers - ze kijken niet naar het publiek maar in camera’s die op de tafel staan. De kijker ziet het gezicht onrechtstreeks, via beeldscherm, vaak ook in elkaar overvloeiend als veelkoppige monsters- de symboliek van de vreemdeling en hoe wij daar tegenaan kijken is duidelijk.  Het lijken net goden die van bovenuit de gewone sterveling, een groepje vluchtelingen op een dobberend bootje, observeren en becommentariëren. Abke Haring is ook weer nu verbluffend met de tekst en met de stiltes.

Naast de vier acteurs staan er een veertiental dansers op scene. Het is een bewegende massa, – verbeelden ze de zoekers, de vreemdeling?  Na en naast de stemmen van de acteurs, de bewegingen van de dansers, komen de beelden van televisieschermen– overweldigend, overdonderend, zoals dat voor mensen die toekomen in een vreemd land waar ze de taal niet spreken, moet zijn. Na de verwarring en de confrontatie komt de rust en de aanvaarding – verbeeld door de geborgenheid van drie hoge muren.

De voorstelling en hoe het moet voelen om te migreren, blijft lang hangen – ook na een aantal weken.