Soezen in een boomhut bij Nice.

IMG_3494.JPG

‘Ma Kappie! Ge moet uw armen naar boven toeklappen, anders lukt het niet’! Verdiept in het vierde boek op rij van Elisabeth Strout - mijn ontdekking van het jaar - hoor ik mijn oudste instructies geven aan mijn jongste. Ze schelen 20 maanden en zijn sinds dit jaar oud genoeg om alleen in het zwembad te spelen. In dit geval een zwemvijver, of zwembadvijver, of zwemvijverbad: ik weet het niet zeker maar het is in elk geval groen en natuurlijk en gefilterd door stenen en planten en het is HEE-EE-ER-LIJK. Dat vinden ook mijn zonen die het ‘diep’ hebben ontdekt, en er een missie van hebben gemaakt om dat eerst met de voeten en daarna met de handjes te kunnen raken. Diep ademen, kop onderwater en dan de armen van beneden naar boven toeklappen dus, dat is de truc. Hoewel Elisabeth Strouts ‘Amy and Isabelle’ alweer fascinerend is, en ik omwille van de veiligheid van de jongens echt niet meer in het water hoef, lonkt het toch onweerstaanbaar. Het is de combinatie van onze prachtige jongens, het kinderlijke geluk dat ik zelf beleef door te duiken en in één trek onder water de overkant te halen, en de adembenemende omgeving die me het water intrekt. 

Ik zou een weekje verlof nemen met de jongens alleen en wilde er iets avontuurlijks van maken, iets ‘buiten’ maar geen tent als het niet moest. En dus tokkelde ik in putje winter al in alle talen ‘boomhut’ in op Google. De resultaten sloegen tegen. Veel boomhutlogies vind je niet bij de buren. Behalve deze ene plek die zo mooi was dat je ze bezwaarlijk nog echt avontuurlijk kon noemen, maar wel net te ver voor een weekje alleen weg: op twintig minuten van Nice. Zuidelijker kan haast niet in Frankrijk. Ik liet het rusten en zou later wel zien.

   Photo by Aina Maj Landvik

   Photo by Aina Maj Landvik

Omdat manlief zich uiteindelijk toch kon vrijmaken en dus binnenbrak in mijn ‘avontuurlijke’ reisplannen, werd dat adresje net buiten Nice plots de ideale oplossing: avontuurlijk genoeg voor mij en de kinderen want boomhut, comfortabel voor mijn man want een echt bed, qua afstand overbrugbaar want met twee rijden kan vlotter dan alleen, vlakbij een toffe stad en het strand,.. Go, go, go. We boekten ‘King Louie’ en ‘Mowgli’, twee boomhutten met elkaar verbonden door een brug. De kinderen waren in de wolken met hun eigen hut, in een stapelbed en dan nog met de naam Mowgli! 

   Photo by Aina Maj Landvik

   Photo by Aina Maj Landvik

IMG_3495.JPG

Met een tussenstop in Macon, rijden we op twee dagen en in heftig stromweer Saint-Paul-de-Vence binnen. Meteen wordt de kwaliteit van de Orion Tree Houses op de proef gesteld maar ze blijken perfect waterdicht. Ook met stormweer blijft de boomhut gezellig, proper, warm en vooral droog. Het bed is zacht, ruim en echt goed. Met muskietennet. De kinderen, doorgaans niet zo douche-minded, staren gefascineerd naar de houten tobbe van de regendouche en kunnen niet wachten voor een testje. Onze boomhut ligt vlak naast de natuurlijke zwembadvijver. We kunnen moeilijk kiezen tussen de diverse prachtige rustplaatsen en testen ze allemaal. Eerst het grasperk onder de hoge boom vlak bij onze boomhut. Hier lezen we in de strandstoel en gebruiken het kleine tafeltje voor de picnick met rosé, gebraden kip en mayo. In de namiddag liggen we op het houten terras aan de andere zijde van het bad, daar waar het diepe stuk ligt. Ideaal om vanaf die houten vlonder duiklessen te organiseren. 

DSCF7285.jpg
IMG_3499.JPG

De volgende dag worden we met de andere gasten verwend met een rijkelijk ontbijt aan de grote gezamenlijke buitentafel. Dianne, eigenaresse en Vlaamse, woont hier al 14 jaar en zij was pionier in het ‘boomhuttoerisme’. Naast haar echte job waarvoor ze geregeld van huis is, laat ze gasten genieten op dit groene, goed verzorgde domein en verwent ze hen ’s ochtends met warm maïsbrood, verse croissants, een eitje, drie soorten kazen, bio-choco, yoghurt met vers fruit, pitten en noten, en vers geperst vruchtensap.

Orion Tree Houses blijkt een prima uitvalsbasis voor korte, heel verschillende dagtrips. De omgeving is gezegend met heel diverse ‘ontdekkingswaardigheden’.

chapelle-du-rosaire-de-vence_3883015_l.jpg

Dag 1 trekken we naar Tourettes sur Loup, een klein, goed bewaard en geklasseerd Middeleeuws dorpje op 8 kilometer waar ambachtslui hun koopwaar – lees: zeep, houten lepels, olijfolie - aan toeristen slijten. Ons konden vooral de hedendaagse, lokale kruideniertjes rondom het dorpsplein bekoren, excellent stokbrood, gezouten boter, lokale wijn en een blok kaas voor bij de picnic. Even verderop richting Grasse ligt aan de Gorges du Loup een klein strandje met helder water (van de rivier Loup) en kleine kreken mét waterval waarin je een verkoelende duik kan nemen. Een ideale picnicplek. Om de hoek staat de Confiserie Florian, een snoepjesfabriek die we gratis bezoeken en waar het snoep vervaardigd met lokale producten, aan de kilo wordt verkocht. Net als Tourettes sur Loup is ook Saint-Paul-De-Vence een aardig, goed geconserveerd Middeleeuws dorpje. Maar veel naturel is er niet meer aan. Beide dorpen zijn gericht op de toerismebedevaart, waar de schattige huisjes vandaag kunstgalerijen zijn geworden met smaakloze en vooral dure ‘hedendaagse’ kunst, exuberant dure zepen, olijfboomhouten lepeltjes of zonnehoedjes. Als het moet, ga er dan vooral ’s avonds naartoe, wanneer de rust is weergekeerd en er hier of daar ook wel nog fijne restaurantjes te vinden zijn. Wij haalden ons hart op aan Vence, het dorp ernaast, waar onvervalst leven in de brouwerij zit, met mensen die er ook wonen,  en met de prachtige kapel van Matisse (Chapelle du Rosaire de Vence). Een tof stadje om een halve dag in te vertoeven en ’s avonds prima te eten op een van de vele gezellige pleintjes.

             Photo by Aina Maj Landvik

             Photo by Aina Maj Landvik

   Photo by Aina Maj Landvik

   Photo by Aina Maj Landvik

DSCF7363.jpg

Dag 2 gaat naar de Fondation Maeght, de privécollectie van het koppel Maeght gehuisvest in een impressionant gebouw van de Catalaanse architect Josep Lluis Sert. Meneer Maeght was kunsthandelaar in Parijs en na het overlijden van hun zoontje besloten ze zich hier terug te trekken en hun kunstcollectie open te stellen voor de wereld. Onder hun vrienden Joan Miró, Alexander Calder, Fernand Léger, Georges Braque, Alberto Giacometti en Marc Chagall. Ook de tuin is gevuld met topstukken en geregeld worden er tentoonstellingen gehouden. Deze zomer stelt onze landgenoot Jan Fabre er nog tot 11 november tentoon met zijn ‘Ma nation: l’imagination’. Unieke kans om de Pieta in deze wonderlijke omgeving te zien. Fabre zet je met zijn marmeren hersennen aan het denken: religie, wetenschap, natuur, kunst, alles komt uit die kleine brei tevoorschijn. 

Ondanks de rust en de natuur die we zochten, worden we op dag drie toch richting Nice gezogen. De stad heeft een goede reputatie bij de Fransen zelf. Ze is ‘jong’ (meer dan de helft van de inwoners is jonger dan 40 jaar), ze zet volop in op groen en wil een referentie worden op vlak van ecologie, investeert in openbare vervoer, en combineert dat met een levendig toeristisch leven. Wij vertrekken willens nillens met de auto en op niet minder dan 20 minuten staan we voor het justitiepaleis aan de Promenade des Anglais. Maar dit keer heb ik het slecht voorbereid. We belanden met de kinderen in de kleine steegjes van het oude Nice, alweer de tourist-trap van de stad. We hadden naar het nieuwere deel moeten gaan. Maar vlak achter de steegjes ligt een nieuw park waar we, na alle drukte, dankbaar even verpozen terwijl de kinderen de houten ribben van een reusachtige speeltuin-potvis beklimmen. Het is bloedheet en als compenserend toetje voor deze eerder teleurstellende uitstap stel ik een verfrissende duik in de zee voor.

DSCF7277.jpg

Het water is écht azuurblauw zoals wij van de Noordzee dat alleen van foto’s kennen, en met de statige, wat koloniaal aandoende herenhuizen op de Promenade des Anglais waan ik me met mijn ogen dicht in de jolly jaren 20. Zoals het een uitstekende moeder past, ben ik op zwemplezier wél voorbereid, en kleed ik me op het eivolle strand flux om. Op de vuistdikke, gloeiendhete keien zijn we daarentegen niet voorzien. We huppelen al auw-end en ai-end naar de zee die woest naar de branding bijt. Bij elke golfslag trekt de zee de keien omhoog en botsen die genadeloos tegen onze enkels. We gaan snel dieper en ik sommeer de kinderen om op hun surfplankjes te liggen. De zon slaat op ons gezicht, het zout trekt aan onze lippen, en terwijl ik de twee surfplanken met joelende kinderen overeind probeer te houden in deze pittige zee en mijn enkels ondertussen blauw moeten zien, ben ik de gelukkigste vrouw ter wereld. 

DSCF7377.jpg

De laatste avond moeten we nog aan de belofte van onze oudste zoon tegemoet komen. Hij mag iets kleins kiezen omwille van ‘superflink’, maar waar vinden we nog iets? Aan de voet van Saint-Paul-de-Vence zagen we een ‘Fnac bord’. De winkel blijkt deel uit te maken van een mega shoppingcenter in openlucht, -Polygone Riviera- dat net is aangelegd en waarin alle grote en kleinere ketens en foodtenten verzameld zijn. En gelukkig ook een speelgoedwinkel waarin hij zo’n must-have draaiding vindt. We maken dat we weg zijn en zoeken voor onze laatste avond een visrestaurant aan de kust. Betonboeren zijn hier rijk geworden. De zee krijg je maar moeilijk te zien: snelweg, winkels en restaurants en daarachter het keienstrand. Maar op aangeven van Trotter belanden we in een pretentieloos maar heel lekkere plek aan het strand, een kleine promenade waar de kinderen trampoline springen en met zicht op de in Nice landende vliegtuigen. We komen zeker terug, beslissen we, en volgende keer misschien met het vliegtuig? Neen, want we cruisen wel graag en bovendien is er in Frankrijk te veel te ontdekken. Bijvoorbeeld een tussenstop van twee dagen in Lyon op de terugweg. Dat is een topstad, maar dat, lieve kinderen, is dan weer een ander verhaal…

 

www.orionbb.com

Facebook: orion treehouses/cabanes perchées

Orion Tree Houses- Chemin du Malvan 2436 - Saint-Paul-de-Vence: open tot en met oktober.