Lampje van Annet Schaap
Ik had een recensie over én de achterflap van ‘Lampje’ gelezen en had dus moeten weten waar het boek over gaat, maar mijn brein had het – tegen dat ik écht begon te lezen - geromantiseerd tot ‘iets met de zee’ en dus ‘iets zomers’.
‘Lampje’ is dus niet ‘iets zomers’, maar het is wel ‘iets steengoeds’.
De verhaallijn is lekker klassiek, je komt ze bijna steeds in kinderboeken tegen: kind wordt gescheiden van haar ouders (Lampjes moeder is dood), waardoor ze zelf beslissingen moet nemen en haar eigen mannetje moet staan in moeilijke, soms akelige situaties.
Lampje moet voortaan als hulpje werken in het grote, alleenstaande huis van de Admiraal dat door heel het dorp wordt gemeden omdat er een monster woont. Maar Lampje heeft niets meer te verliezen, en uit liefde voor haar vader weet zij als eerste en enige het ‘monster’ te temmen. Daarbij krijgt ze hulp van een bont gezelschap wiens liefde ze voor zich weet te winnen. Lampje is een gevoelig maar sterk en vastberaden kind – ze is de dochter van een vuurtorenwachter en opgegroeid tussen de piraten – logisch dus, dat ze niet terugdeinst voor de randfiguren in het dorp.
Het is mooi hoe Annet Schaap de dingen rondom Lampje aan het woord laat, zodat je als lezer begrijpt wat er in het meisje omgaat. Op mindere momenten is het de stem van haar dode moeder die haar erdoor trekt.
Het is een prachtig, avontuurlijk en spannend verhaal waarin de auteur er niet voor terugdeinst slechte en bizarre kanten van de mensheid te tonen. De taal is heerlijk beeldrijk en origineel: het gaat om ‘plukjes mensen’ en een ‘lucht die openwaait’, alsof je de koelte zo over je gezicht voelt stromen. Samen lezen kan vlot vanaf een jaar of 7; om het boek alleen te lezen moet je best wel al goed kunnen lezen.