De zon in het Westen, net voor valavond. Nog verblindend wit. Een diamant die, afhankelijk van waar je kijkt, haar blauwe, groene of gele stralen naar beneden schiet. De zee is woest, laat - aangemoedigd door het strakke licht - een orkest van minuscule druppels over de promenade dwarrelen. De langgerekte dijk verdwijnt in haar eigen vluchtpunt en ontmoet daar de verstrooide palmbomen. Dit is Nizza, de wild bijtende zee, de zelfbewuste palmen en de almaar langer wordende schaduw van het ijdel paraderend volkje. Italiaanse onstuimigheid meets Franse klasse.